De verfilming van The Shining (1980) werd de meest controversiële.
Hoewel King steeds zijn bewondering voor Stanley Kubrick heeft uitgesproken (de man maakte in 1968 de definitieve sf-film met 2001: A Space Odyssey), vindt hij de film allesbehalve geslaagd. Kubrick maakte een technisch knappe film (zo gebruikte hij voor het eerst een steadi-cam, die Danny volgde op zijn fietstochtjes door het hotel), maar hij had geen feeling voor het horrorgenre.
“I’d admired Kubrick for a long time and had great expectations for the project, but I was deeply disappointed in the end result. Parts of the film are chilling, charged with a relentessly claustrophobic terror, but others fall flat. (…)
The real problem is that Kubrick set out to make a horror movie with no apparent understanding of the genre.”
(The Stephen King Companion).
King schreef dan ook zelf het scenario voor de remake, die in 1996 als mini-serie door ABC werd uitgezonden en veel getrouwer de verhaallijn van de oorspronkelijke roman volgde.
Algemeen
The Overlook revisited
Genre: Horror
Speelduur: 4u49
Regisseur: Mick Garris
Acteurs: Rebecca De Morney, Steven Weber, Melvin Van Peebles, Will Horneff, Elliot Gould, Pat Hingle, Courtland Mead
Stephen King heeft eindelijk zijn slag thuisgehaald. Achttien jaar na de controversiële Kubrick-adaptatie, levert Amerika’s scaremeister als scenarist en producer nu zijn eigen versie van The Shining af. Vanaf 16 september te huur bij Warner Home Video.
In december 1973 stierf Nellie Ruth King aan kanker, vlak voor de eerste roman van haar zoon, Carrie, in de boekenrekken werd bijgeschoven. Niet lang daarna verscheen ‘Salem’s Lot, maar Kings twee volgende boeken, Roadwork (dat later als een Bachman boek zou verschijnen) en The Body (later verzameld in Different Seasons en verfilmd als Stand By Me) bleven ongepubliceerd. In de nazomer van 1974 verhuisde King samen met zijn familie naar Boulder, in het berglandschap van Colorado. Daar begon hij aan de roman The House on Value Street, een nooit voltooide roman gebaseerd op de ontvoering van Patricia Hearst (de roman zou later wel uitmonden in The Stand). In september van datzelfde jaar diende de setting voor The Shining zich plotseling aan. King en zijn vrouw Tabby verbleven voor een nacht in het Stanley Hotel in Estes Park. Ze waren de enige gasten en de volgende dag zou het hotel voor de winter gesloten worden. De kiemen van het idee lagen echter tien jaar eerder, toen King het verhaal The Veldt van Ray Bradbury had gelezen. Hij speelde met de idee een roman te schrijven over een persoon wiens dromen werkelijkheid konden worden. In het Stanley Hotel vielen de twee ideeen samen en The Shining (dat eerst Darkshine en daarna The Shine heette) was geboren. King voltooide het manuscript in vier maanden tijd.
The Shining blijft tot op de dag van vandaag, samen met ‘Salem’s Lot en The Stand, Kings belangrijkste boek, zowel voor fans als voor interpreten. Fans houden ervan omwille van de spanning en horror, interpreten omwille van de verschillende niveaus en lagen in de tekst. Het boek werd en wordt beschouwd als de innovator van de hedendaagse gotische roman. Het Overlook Hotel, dat staat voor isolement, geschiedenis, trots en schuld, werd een archetype als unheimliche plaats, in de traditie van Shirley Jackson, Nathaniel Hawthorne en Edgar Allen Poe.
De populariteit van het boek was er ironisch genoeg waarschijnlijk nooit gekomen zonder de filmversie die Stanley Kubrick in 1980 maakte. Terwijl King in die tijd nog een groentje was, kon Kubrick natuurlijk al een indrukwekkende cv voorleggen, met onder meer Dr. Stranglove, 2001: A Space Odyssey, A Clockwork Orange en Barry Lyndon. Toen hij The Shining verfilmde, verdeelde hij het filmisch forum in twee kampen. Sommigen staken niet onder stoelen of banken dat The Shining de beste horrorfilm aller tijden was; anderen waren dan weer diep ontgoocheld en spraken van een absoluut dieptepunt in Kubricks carrière. King zelf verwoordde zijn mening over de film in het beruchte Playboy-artikel van juni 1983: ‘Ik bewonderde Kubrick sinds lange tijd en verwachtte veel van het project, maar ik was ontgoocheld over het resultaat. Kubrick maakte een horrorfilm, zonder ook maar de minste kennis van het genre.’
Vooral Jack Nicholsons extravagante vertolking was stof voor discussie. Sommigen vonden zijn rol erg subtiel; anderen spraken van je reinste over acting. Maar Nicholson had dan ook twee moeilijke obstakels moeten overwinnen. Ten eerste kende men Stephen Kings persoonlijke voorkeur voor Michael Moriarity en ten tweede eiste Kubricks scenario dat Jack Torrance al vanaf het eerste moment door kwade krachten bezeten was. Een veelgehoord argument tegen Kubricks verfilming was dan ook dat hij er niet in geslaagd was de Overlook-sfeer weer te geven, ondanks de indrukwekkende setting in de besneeuwde en eenzame Rocky Mountains.
Toch creeerde Kubrick zijn eigen horror. De scenes waarin Jack de bijl ter hand neemt (Heeeeeeere’s Johnny!) werden wereldberoemd, net als dat moment waarop Wendy het script leest waaraan Jack al maanden werkt en ontdekt dat alle bladzijden vol staan met dezelfde zin: ‘all work and no play makes Jack a dull boy.’ Over een ding was iedereen het dan ook eens: Kubrick had alles netjes in beeld gebracht en vooral de veelvuldige shots met de Steadicam (die Danny volgden op zijn fietstochtjes door het hotel en voor hallucinante beelden zorgden in het doolhof) waren vernieuwend. Kubrick is een visualist, maar ontbreekt het talent om een verhaal te vertellen . The Shining was dan ook Stanley Kubricks film en niet die van Stephen King. Een bewijs van Kubricks eigenzinnigheid is dat hij het nummer van de hotelkamer waarin de geest van een vrouw leeft, veranderde van 217 naar 237 – zonder enige logische reden.
Vijftien jaar lang bleef The Shining steken in de Kubrick vs King paradox: het werd een love-it-or-hate-it klassieker. Aan die paradox kwam een einde toen ABC Television bekend maakte dat ze voor het seizoen 1996-1997 een mini-serie van The Shining planden, gebaseerd op het scenario van Stephen King, dat Kubrick vijftien jaar geleden in de prullemand had geworpen. ABC haalde de laatste jaren hoge kijkcijfers met andere King-miniseries, zoals It, The Tommyknockers en The Langoliers. In 1994 stonden de vier afleveringen van The Stand op de tweede, derde, vierde en vijfde plaats in de tv-ratings van dat jaar – achter de Oscars show. Begin dat jaar bleek ook The Shining, dat werd uitgezonden op 27, 28 april en 1 mei, een gigantesk succes. Nu is de integrale versie (289 minuten) ook bij Warner Home Video te verkrijgen.
The Shining is opgebouwd rond de figuur van Jack Torrance, die samen met zijn vrouw Wendy en hun vijfjarig zoontje Danny in Boulder wonen. De zaken staan er niet al te best voor. Door een drankprobleem staat het huwelijk tussen Jack en Wendy op springen, Jack verloor door zijn opvliegend karakter zijn job als leraar in Vermont, en zijn literaire activiteiten (het schrijven van een toneelstuk) willen al helemaal niet vlotten. Bovendien maken Jack en Wendy zich zorgen over Danny, die steeds maar weer met Tony praat, die ze zijn ‘onzichtbaar’ vriendje noemen.
Op een dag krijg Jack van een vriend, Al Shockley, de uitnodiging om een winter lang te verblijven in het afgelegen hotel Overlook. Omdat hij het geld nodig heeft, aanvaardt Jack de job. In het begin loopt alles op wieltjes, maar dan gebeuren er vreemde dingen: de heggendieren in de tuin blijken te leven, er schuilt een verschrikkelijk geheim in kamer 217, en in de bar van het hotel lijken fantomen uit het verleden terug tot leven te komen. Door een verschrikkelijke sneeuwstorm van de buitenwereld afgesloten, zijn de Torrances op zichzelf aangewezen om te overleven. En dat terwijl Jack slachtoffer wordt van de waanzin van het hotel…
Velen zullen zich ongetwijfeld de vraag stellen waarom ABC in godsnaam 23 miljoen dollar pompte in een film die sowieso vergeleken zou worden met Stanley Kubricks versie uit 1980. De reden is simpel: omdat de fans er al achttien jaar om vragen. ABC gaf King carte blanche en dus hield de grootmeester zich vast aan het boek. Geen bijl in deze Shining, maar een croquet-hamer, geen doolhof, maar wel de heggenmonsters. Ook de superspannende scene in de kamer 217 (met Cynthia Garris – vrouw van – in de hoofdrol) is volledig in ere hersteld. Ironisch is dat Stephen King voor de verfilming wel een contract moest ondertekenen waarin stond dat hij geen enkele uitspraak meer zou doen over de Kubrick-versie. Warner Bros. moest ook de filmrechten van Kubrick overkopen, wiens contract vermeldde dat hij de rechten had op een sequel of een remake.
De grootste uitdaging voor King was het creëren van een nieuwe Jack Torrance, eentje die Jack Nicholson zou doen vergeten. Na maanden zoeken en een week voor de start van de productie (er werd 72 dagen gefilmd op locatie in Estes Park en Denver, tussen februari en juni 1996) had hij nog steeds niemand gevonden. Toen diende zich plots Steven Weber aan, die jarenlang hoofdrol had gespeeld in NBC’s comedy Wings. King had zijn nieuwe Jack gevonden en voor Weber zou dit (in navolging van Gary Sinise, wiens filmcarrière gelanceerd werd na The Stand) wel eens het begin kunnen zijn van de stap naar het grote scherm. De sterkte van Weber is dat hij een menselijke Jack speelt, die worstelt met zijn drankprobleem, en slechts langzaam opgeslokt wordt door de geesten van het hotel. Rebecca De Morney’s knuffelfactor is duidelijk hoger dan die van Shelly Duvall uit de Kubrick-versie en haar personage lijkt dan ook veel meer op de Wendy uit het boek. Courtland Mead geeft gestalte aan de kleine Danny en kwijt zich uitstekend van deze moeilijke taak. Mel Van Peebles doet als de sympathieke kok Dick Halloran ongetwijfeld Scatman Crothers vergeten. En voor de fans, is het natuurlijk uitkijken naar de traditionele cameo van King zelf: hij speelt Gage Creed, de dirigent op het gemaskerd bal (andere cameo’s zijn er van Sam Raimi, Frank Darabont, Christa Faust, Richard Christian Matheson, David J. Schow en Mick Garris zelf). Dat gemaskerd bal – het Carnival of Lost Souls – is met 150 geschminkte mannen en vrouwen trouwens een van de hoogtepunten uit de film.
Als regisseur werd Mick Garris aangetrokken. Garris, die bekendheid verwierf met Spielbergs Amazing Stories, Psycho IV en Critters II, werkte al eerder samen met Stephen King voor Sleepwalkers en The Stand en zal binnenkort waarschijnlijk voor New Line Desperation, Kings nieuwste roman, gaan verfilmen. Na het voltooien van The Stand stortte Garris zich op twee projecten, die evenwel nooit van de grond kwamen: de verfilming van de Stephen King en Steven Spielberg samenwerking Rose Red, en de langverwachte remake van The Mummy. Toen King hem vroeg The Shining te verfilmen, aarzelde hij geen moment. Net als in The Stand, neemt Garris rustig de tijd om het verhaal op te bouwen. Hij bouwt de karakters uit en besteedt veel aandacht aan de familieconstellatie. Omdat The Shining oorspronkelijk op drie avonden werd uitgezonden, valt de film ook in drie delen uiteen: de aankomst in het Overlook hotel, de confrontatie met de kwade krachten, en de finale met de heggendieren.
Fans zullen ongetwijfeld opgetogen zijn met deze versie van The Shining – Kings eigen versie. Het is nu wachten op een nieuwe King-miniserie, en de geruchten doen de ronde dat het deze keer om een origineel scenario zou gaan: Storm Of the Century. Voorts is het natuurlijk uitkijken naar verdere verfilmingen: The Mist van Frank Darabont, Insomnia van David Fincher, The Last Rung on the Ladder van Lucas Knight, Trucks van Chris Thompson, Desperation van Mick Garris, The Green Mile van Frank Darabont, de tv-serie naar Firestarter, Sometimes They Come Back For More, Rose Red en Creepshow 3. Het einde is voorlopig nog niet in zicht.
Deze minispecial is samengesteld door Chrissy