Deze wonderbaarlijke diverse bundel toont aan hoe rijk de veelgeprezen vertelkunst van Stephen King is. Veel van de veertien verhalen gaan over doodsangst, maar evenzoveel gaan over de verschrikkingen van het alledaagse. Elk verhaal is intens, meeslepend en vol onverwachte en briljante wendingen. De man in het zwarte pak, over een ontmoeting met de duivel… Alles is eventueel gaat, net als Harten in Atlantis, over een breker en houdt dus verband met de Donkere Toren cyclus. In de doodskamer beseft een journalist dat hij de martelkamer niet levend zal verlaten, tenzij… Het wegvirus rijdt naar het noorden, over een schilderij dat tot leven komt, net als in Spookfoto’s en Rosie…. Of hij nu schrijft over bijna dood ervaringen of over alledaagse angsten, Stephen King is in topvorm in deze afwisselende verhalenbundel.
Originele titel: Everything’s Eventual
Auteur(s): Stephen King
Jaartal eerste uitgave: 2002
Uitgebracht in Nederland als: Paperback, pocket
Verhalenbundel: Ja
Binnenschrift: ‘Voor Shane Leonard’
Nominatie(s): Ja
Verfilmd: Ja
Verhalentitels:
• Sectiekamer vier (Autopsy room four) *6
• De man in het zwarte pak (The man in the black suit)
• Al wat je bemint, zal worden weggevoerd (All that you love will be carried away) *7
• De dood van Jack Hamilton (The death of Jack Hamilton)
• In de doodskamer (In the deathroom)
• De kleine zusters van Eluria ( The little sisters of Eluria) *3 en *5
• Alles is eventueel (Everything’s eventual)
• L.T.’s theorie over huisdieren (L.T.’s theory of pets)
• Het wegvirus rijd naar het noorden (The road virus heads north)
• Lunch in het Gotham cafe (Lunch at the Gotham cafe) *4
• Dat gevoel waarvan je alleen in het frans kunt zeggen wat het is (You can only say what it is in french)
• 1408 (1408)
• Achtbaan (Riding the bullet) *1
• Gelukvogel (Luckey quarter) *2
Hieronder de boeken en of bundels waarin deze titels ook zijn verschenen:
* 1: Achtbaan
* 2: AD magazine, 2002
* 3: Legenden
* 4: Macabere liefde
* 5: De scherpschutter
* 6: Snoecks, 2003
* 7: CD-ROM F13
Een door King geschreven toelichting op de verfilming van 1408 vind je in: King goes to the movies.
Het boek/verhaal is uitgegeven met de volgende covers:
(Klik op de afbeeldingen voor de volledige cover)
978-90-245-2258-3 Paperback Luitingh-Sijthoff 9e druk – 2007 |
978-90-210-0957-6 Poema Luitingh-Sijthoff 11e druk – 2010 |
9789024568215 E-Book Luitingh-Sijthoff 2014 |
xxxxxxxxxxxxxx | xxxxxxxxxxxxx |
De boeken of tijdschriften waarin verhalen uit dit boek zijn uitgegeven hebben de volgende covers:
Informatie over diverse uitgaven:
De verschillende uitgaven van het verhaal Gelukvogel, De verhalen De kleine zusters van Eluria, Sectiekamer vier en Lunch in het Gotham cafe zijn besproken in de King’s things, in de rubriek ‘Uitgelicht‘.
Het begin van het verhaal gaat als volgt:
Inleiding: Beoefening van een (bijna) verloren kunst
Ik heb meer dan eens over de vreugde van het schrijven geschreven en vind het niet nodig om die oude prak nog maar weer eens op te warmen, maar ik wil wel iets opbiechten: ik beleef ook een enigszins verknipt amateuristisch genoegen aan de zakelijke kant van wat ik doe. Ik mag daar graag mee klungelen en ik ben dan ook niet vies van een beetje kruisbestuiving in de media en het uitproberen van nieuwe mogelijkheden.
Sectiekamer vier
Het is zo donker dat ik een tijdje – ik weet niet hoelang precies – denk dat ik nog bewusteloos ben. Dan dringt langzaam tot me door dat bewusteloze mensen niet het gevoel hebben dat ze zich door het donker bewegen, vergezeld van een zwak, ritmisch geluid dat alleen maar een piepend wiel kan zijn. En ik voel contact van de kruin van mijn hoofd tot de ballen van mijn voeten. Ik ruik iets dat rubber of vinyl zou kunnen zijn. Dit is geen bewusteloosheid, en is er ook iets… wat? Iets dat te rationeel is om dit een droom te laten zijn. Wat is het dan? Wie ben ik? En wat gebeurt er met me? Het piepende wiel houdt op mijn zijn stompzinnige ritme en ik beweeg niet meer.
De man in het zwarte pak
Ik ben nu een erg oude man en dit is me overkomen toen ik erg jong was – nog maar negen jaar oud. Het was 1914, de zomer nadat mijn broer Dan in het westelijke veld was gestorven en niet lang voordat Amerika aan de Eerste Wereldoorlog ging deelnemen. Ik heb nooit iemand verteld wat er die dag bij de vertakking van de beek is gebeurd, en dat zal ik ook nooit doen… tenminste niet met mijn mond. Ik heb besloten het op te schrijven in dit boek, dat ik op mijn nachtkastje zal laten liggen. Ik heb bijna geen kracht meer, maar ik denk niet dat het lang zal duren.
Al wat je bemint, zal worden weggevoerd
Het was een Motel 6 aan de Interstate 80, even ten westen van Lincoln, Nebraska. In de loop van de middag was het gaan sneeuwen, en toen het daglicht overging in de schemer van januari, was het knalgeel van het reclamebord al vervaagd tot een vriendelijker pasteltint. Er kwam een wind opzetten, leeg en krachtig tegelijk, zoals je die alleen in het vlakke midden van het land aantreft, meestal in de winter. Dat leverde nu alleen maar wat ongemak op, maar als er die nacht veel sneeuw viel zou de weg de volgende morgen worden afgesloten. Dat was voor Alfie Zimmer geen probleem.
De dood van Jack Hamilton
Ik wil dat één ding van het begin af heel duidelijk is: er was niemand op de wereld die een hekel had aan mijn vriend Johnnie Dilliger, behalve Melvin Purvis van de FBI. Purvis was de rechterhand van J. Edgar Hoover, en hij had een godsgruwelijke hekel aan Johnnie. Alle anderen – nou, Johnnie was gewoon iemand die mensen sympathiek vonden. En hij was iemand die mensen aan het lachen kon maken.
In de doodskamer
Het was een doodskamer. Flecher wist dat zodra de deur openging. De vloer was bedekt met grijze projecttegels. De muren waren van verkleurde witte natuursteen, met hier en daar donkere vlekken die bloed zouden kunnen zijn – in deze kamer was in ieder geval bloed vergoten. De plafondlampen zaten in kooien van metaalgaas. Midden in de kamer stond een langgerekte houten tafel waarachter drie mensen zaten. Voor de tafel stond een lege stoel op Flechter te wachten.
De kleine zusters van Eluria
Dit verhaal speelt in de tijd dat Roland nog Walters spoor volgt. Op een dag in Gewas, zo heet dat het leek of de adem uit zijn borst werd gezogen voordat zijn lichaam er gebruik van kon maken, kwam Roland van Gilead bij de poort van een dorp in de Desatoya-bergen. Hij reisde toen nog alleen en zou binnenkort te voet verder gaan. De hele afgelopen week had hij gehoopt op een paardendokter, maar hij dacht dat hij nu niets meer aan zo’n kerel zou hebben, gesteld dat er al een in dit dorp te vinden zou zijn.
Alles is eventueel
Ik heb nu een goede baan en geen reden om me somber te voelen. Ik ben niet meer bij die idioten van de Supr Savr, waar we het wagentjespark beheerden en waar ik lastig gevallen werd door klootzakken als Skipper. Skipper is tegenwoordig pierenvoer, maar als ik in mijn negentien jaar op deze planeet Aarde één ding heb beleerd, dan is het dat je altijd op je hoede moet zijn, want er zijn overal Skippers.
L.T.’s theorie over huisdieren
Mijn vriend L.T. heeft het er bijna nooit over dat zijn vrouw verdwenen is en dat ze waarschijnlijk dood is, het zoveelste slachtoffer van de Bijlman, maar hij mag wel graag vertellen hoe ze van hem wegliep. Hij rolt daarbij op precies de goede manier met zijn ogen, alsof hij wil zeggen: ‘Ze nam me in de maling, jongens – ze nam me finaal in de maling!’ Hij vertelt dat verhaal bijvoorbeeld aan een stel kerels die op een van de laatplatforms achter de fabriek zitten te schaften…
Het wegvirus rijdt naar het noorden
Richard Kinnell was niet bang toen hij het schilderij voor het eerst op de rommelmarkt in Rosewood zag. Het schilderij fascineerde hem, en hij prees zich gelukkig omdat hij iets had gevonden dat misschien wel erg bijzonder was, maar bang? Nee. Het schoot hem pas later te binnen (‘niet voordat het te laat was’, zoals hij misschien in een van zijn eigen verbijsterend succesvolle romans zou hebben geschreven) dat hij, toen hij nog jong was, ongeveer net zo over bepaalde illegale drugs had gedacht.
Lunch in het Gotham Cafe
Op een dag kwam ik thuis van het makelaarskantoor waar ik werkte en vond een brief – of eigenlijk meer een notitie – van mijn vrouw op de eettafel. Ze schreef dat ze bij mij wegging, dat ze een tijdje alleen wilde zijn, en dat ik wel van haar therapeut zou horen. Ik zat aan tafel op stoel het dichtst bij de keuken en las de boodschap steeds weer opnieuw. Ik kon het niet geloven. De enige heldere gedachte die voor zo ik mijn herinner het volgende halfuur in mij opkwam was: ik wist niet eens dat je een therapeut had, Diane. Na een tijdje stond ik op, ging naar de slaapkamer binnen en keek rond.
Dat gevoel waarvan je alleen in het Frans kunt zeggen wat het is
Floyd, wat is dat daar? Oh shit. De mannenstem die dat zei, kwam haar vaag bekend voor, maar de woorden zelf waren alleen maar een losse flard van een gesprek, zoiets als wat je hoort wanneer je met de afstandsbediening aan het zappen bent. In haar leven was niemand die Floyd heette. Toch was dat het begin. Al voordat ze het kleine meisje in het rode schort zag, waren die losse woorden er. Maar door dat kleine meisje raakte ze er goed van doordrongen. ‘O-o, ik krijg dat gevoel,’ zei Carol.
1408
Mike Enslin bevond zich nog in de draaideur toen hij Olin, de manager van Hotel Dolphin, in een van de fauteuils in de hal zag zitten. Mike schrok. Misschien had ik toch de advocaat moeten meenemen, dacht hij. Nou ja, nu was het te laat. En zelfs als Olin had besloten enkele barrières tussen Mike en kamer 1408 op te werpen, was dat niet zo erg: er stond het een en ander tegenover. Zodra Mike uit de draaideur kwam, liep Olin met een uitgestoken dikke hand door de hal.
Achtbaan
Ik heb dit verhaal nooit aan iemand verteld en ik heb ook nooit gedacht dat ik het zou doen – niet omdat ik bang was dat niemand me zou geloven, maar omdat ik me schaamde… en omdat het van mij was. Ik heb altijd het gevoel gehad dat het verhaal, eenmaal verteld, zichzelf en mij tot iets goedkoop zou maken, iets kleins en banaals, zoiets als het spookverhaal dat de hopman vertelt voordat het licht uitgaat. Misschien was ik ook bank dat als ik het vertelde, als ik het met mijn eigen oren hoorde, ik het zelf niet meer zou geloven. Maar sinds mijn moeder is gestorven, kan ik niet meer goed slapen. Ik dommel in en lig dan opeens weer klaarwakker in mijn bed te huiveren.
Gelukvogel
‘O, jij gierige rotzak!’ riep ze in de lege hotelkamer, meer verrast dan woedend. En toen – zo zat ze nu eenmaal in elkaar – begon Darlene Pullen te lachen. Ze ging in de stoel naast het omgewoelde, verlaten bed zitten, met het kwartje in haar ene hand en de envelop waar hij uit was gevallen in de andere hand, en ze keek tussen die twee dingen heen en weer en lachte tot de tranen haar in de ogen sprongen en over haar wangen rolden. Patsy, haar oudste kind, had een beugel nodig. Darlene had geen flauw idee waar ze het geld voor het ding vandaan moest halen, ze liep er de hele week al over te piekeren, en als dit niet al de laatste druppel was die de emmer deed overlopen, wat dan wel?
Overige informatie:
De volgorde van de verhalen is door King met kaarten gelegd: ‘Ik nam alle schoppenkaarten uit een spel, plus een joker. Van aas tot heer = 1 – 13. Joker = 14. Ik schudde de kaarten en deelde ze. De volgorde waarin ze uit het spel kwamen werd de volgorde van de verhalen, gebaseerd op hun positie in de lijst die mijn uitgever me stuurde. Toevallig ontstond een erg mooi evenwicht tussen de literaire verhalen en de sensationele verhalen. Aan ieder verhaal voegde ik enkele verklarende opmerkingen toe, ervoor of erna, afhankelijk wat me het meest passend leek. Volgende collectie: geselecteerd door tarot.
Nominaties:
• Nominatie Best Novellette Bram Stoker 1997
• Recommendation voor Fiction Collection Bram Stoker Award 2003
• De man in het zwarte pak: winnaar Best Short Story British Fantasy Society ’98
• Sectiekamer vier, nominatie Best Short Story Bram Stoker 1998
• Het wegvirus rijdt naar het noorden, nominatie Best Short Story British Fantasy Society 1999
• Lunch in het Gotham Cafe, Winnaar Best Novellette Bram Stoker 1995
Verfilmd:
• Riding The Bullet
• Autopsy room four (Nightmares and Dreamscapes)
• The road virus heads north (Nightmares and Dreamscapes)
• 1408