Stephen King’s lievelingskind: De Donkere Torenserie is eindelijk af!
Door Trudy Wyss De meeste mensen die Stephen King kennen, hebben ten minste een van zijn losse boeken gelezen, zoals Christine, de Shining of Vel over been. Maar de echte Kingfans weten dat je, om ’s werelds best verkopende auteur echt te begrijpen, de Donkere Torenserie moet lezen, King’s meest originele uitstapje naar de wereld van de fantasy en, in zijn ogen, zijn belangrijkste werk. De serie is verbonden met veel andere boeken van King: De beproeving, Ogen van de draak, Bezeten stad, Insomnia en andere. Fans lopen al jaren te zeuren wanneer King nou eens de serie afmaakt, en eindelijk heeft hij dat gedaan. Boek vijf, Wolven van de Calla, verschijnt in november en de boeken zes en zeven volgen in 2004. Er zijn nieuwe gebonden en paperback uitgaven van de boeken een tot met vier, die vanaf deze maand verkrijgbaar zijn. King heeft het eerste deel, De scherpschutter, herschreven, en heeft een nieuwe inleiding gemaakt die verschijnt in de delen twee tot en met vier: Het teken van drie, Het verloren rijk en Tovenaarsglas. Hij makt van deze zomer een donkere Toren-zomer, en moedigt zijn fans aan de eerste vier boeken te lezen of te herlezen voordat de drie nieuwe verschijnen. Waarom is deze serie zo belangrijk voor je? SK: Het is de langst lopende serie, dat is één reden. Ik begon ermee tijdens mijn studietijd. Ik schreef de eerste hoofdstukken van De scherpschutter op een pak papier dat ik kreeg in de bibliotheek waar ik werkte. op dat moment in mijn leven was ik zo’n toegewijd schrijver dat ik gewoon geen blanco papier kon zien, en ik wilde dus wat schrijven. het idee om een groot fantasyverhaal te schrijven speelde al een tijd in mijn gedachten; ik werd daarbij behoorlijk beïnvloed door In de ban van de ring. iemand zei laatst nog tegen me dat, doordat iedereen zo gek is van de film, mensen bijna vergeten zijn dat dit boek al eens beroemd is geweest, je weet wel, in de zestiger jaren toen hippies zichzelf Frodo en Sam noemden en zo. Was jij een van die mensen? SK: ik heb mezelf nooit Frodo genoemd en heb mezelf nooit als hippie gezien, al was ik wel bezig met liefde, vrede, begrip en dat soort zaken. Maar wat ik absoluut niet wilde was iets beginnen dat uiteindelijk een soort kopie van In de ban van de ring zou zijn. Ik had mezelf beloofd dat ik er meteen mee zou stoppen zodra er een elf in mijn boek voor zou komen. Dus wachtte ik tot ik een idee kreeg dat anders was, en dat was op dat moment duidelijk teveel gevraagd. Maar ik deed wat ik kon, en ik pakte het idee weer op toen ik 25 was. het liet me gewoon niet meer los. De betekenis van deze serie zit hem dus in de lengte en in het besef dat ik er niet jonger op word, en ik wil niet dat de serie eindigt zoals andere onvoltooide werken, zoals The mystery of Edwin Drood of The Canterbury ales en zo. Daarnaast was er die ambitie. het boek was eigenlijk bedoeld als een roman over alles: een boek dat het bestaan op zich verklaart. Waarom, denk je, worden je andere boeken meer gelezen dan De donkere toren? SK: Ik denk dat het idee van iets bovennatuurlijks en fanatsy elementen in de andere boeken veel mensen aanspreekt vanwege de verbondeheid met de werkelijkheid. Ik geloof echt dat dat het succes verklaart van boeken als Dodelijk dilemma. Boeken zoals Misery of De spelbreker hebben niks bovennatuurlijks. Maar in het fantasy genre heb je harde kern van fans die heel erg toegewijd zijn terwijl andere zeggen: Nou, ik weet niet of dat wat voor mij is. Kun je iets vertellen over je laatste boeken? SK: Het idee achter De donkere Toren was een epische fantasieroman te schrijven die het archetype van de Amerikaanse western verbeeldde. Vanaf het derde boek weet ik eigenlijk precies waar ik naartoe wil, en in die zin hebben de pauzes tussen de boeken in mijn voordeel gewerkt; de boeken waarin ik heb gewerkt in plaats van De donkere Toren, ongeveer 15 boeken zo vanaf 1988, verwijzen allemaal op een of andere manier naar De donkere toren. Toen ik dus het werk aan Wolven van de Calla weer opppakte, wilde ik feitelijk terug naar die westerntypes. Ik keek eens wat om me heen en vroeg me af: Wat kan ik nou gebruiken dat het soort beelden oproept die ik wil? Mijn aandacht richtte zich meteen op westerns. Ik dacht aan The searchers, een beroemde film van John wayne en John Ford, en ik moest een beetje denken aan Shane, wat misschien wel de beste western aller tijden is. Maar tegen de tijd dat je bij boek vijf van De donkere toren aangeland bent, heeft Roland een groepje van vier vrienden om zich heen verzameld, terwijl Shane in zijn eentje is. waar ik dus vervolgens aan moest denken, was The magnificent Seven. Ik dacht: OK, ik wil een situatie zoals in The magnificent Seven, met een dorpje vol ongewapende boeren die elke twee, drie jaar worden beroofd door een stel bandieten die hun hele oogst meenemen. Maar dat was op een of andere manier niet groots genoeg voor me. Daarom komen de bandieten in Wolven van de Calla niet de oogst stelen, maar de kinderen. Het idee om The magnificent seven te gebruiken werkte perfect, en laat het iedereen duidelijk zijn dat het boek een eerbetoon is. Daarom heet het dorp dat Roland en zijn vrienden proberen te beschermen Calla Brin Sturgis; de regisseur van The magnificent Seven was namelijk John Sturges, dus dat was een kleine tip van de sluier. Je hebt De scherpschutter herschreven. Hoe ingrijpend? SK: behoorlijk ingrijpend, maar er verandert niets wezenlijks aan de plot omdat er nog zes boeken volgen, dus het zit als het ware opgesloten door de dingen die verderop gebeuren. Maar het boek is geschreven door een heel jonge man, en ik wilde het wat losser en meer toegankelijk maken. Als je eenmaal in het verhaal zit is het heel interessant en de meeste mensen die het lezen raken erdoor gefascineerd en willen meer. Maar dat eerste boek, hoe kort het ook is, is lastig, omdat de vent die het geschreven heeft pas 22 was. Ik was behoorlijk ambitieus. Ik wilde iets echt literairs schrijven. Ik maakte me daar toen drukker over dan nu. En als ik het nu weer lees, huiver ik bij de gedachte aan hoe hard ik het toen probeerde. Uiteindelijk worden alle Donkere toren boeken herschreven. Oh ja? SK: Ja, ik denk het wel, net zoals je een boek waarvan je het eerste of tweede concept af hebt, wilt herschrijven en oppoetsen totdat het glimt. Maar ik wil echt dat mensen deel vijf, zes en zeven gaan lezen, omdat ik er hard aan gewerkt heb en het nu af is. Maar als je mensen zover wilt krijgen dat ze het hele werk lezen, moet je ze meteen vanaf het begin weten te pakken. Daarom verzorgen Viking en Scribner samen de publiciteitscampagne, en dat is een verhaal op zich. Dat is net zoiets als dat je Spiderman en Superman samen iets laat doen. De rode draad waarvoor gekozen werd, was: het einde is in zicht, begin bij het begin. Ik probeer het allen maar gemakkelijker te maken voor mensen om aan het begin te beginnen. Het is dus eigenlijk een soort luxe voor jou, dat je als beroemd schrijver in staat bent je werk te herschrijven en mensen zover te krijgen dat ze de nieuwe versie van hetzelfde boek lezen. ik denk nu aan De beproeving. SK: Het is leuk. Ik denk dat veel schrijvers die luxe zouden willen hebben. Maar het feitelijk niet anders dan wanneer je een dvd koopt en je krijgt de director’s cut. Maar in het geval van De donkere toren lijkt het me eigenlijk geen luxe, maar meer een noodzaak, om te zeggen: Laat ik dit boek nou eens beter leesbaar maken; laat ik het spannender maken; laat ik het tempo eens een beetje opvoeren en proberen de lezers echt te grijpen. Ik heb gehoord dat je gezegd zou hebben dat het laatste Donkere Torenboek je laatste werk is. Tja, ik heb het nooit precies zo gezegd. Ik had een interview voor de Los Angeles Times en die mevrouw vroeg: “Wat komt er na De donkere toren?” Ik zei: “Ik weet niet of er nog wel iets na komt, want het bindt alle eindjes aan elkaar.” Die mevrouw trok daar de conclusie uit dat ik ermee ga stoppen. Op dit moment kan ik nog niet zeggen wat er hierna komt, maar het schrijven van deze boeken was ontzettend vermoeiend en heeft me echt uitgeput. Die mevrouw trof me op een moment waarop stoppen me het beste idee ter wereld leek. Maar sindsdien heb ik een hoop brieven gekregen van mensen die door dat idee behoorlijk overstuur zijn geraakt, en zij zeggen: “Doe dat alsjeblieft niet. We willen meer lezen, als je weer hersteld bent en zo.” Ik weet het dus niet. Ik wil niet in herhaling vervallen en verhalen vertellen die ik al eerder verteld heb en alleen maar hier en daar de namen van de karakters veranderen. Maar ik weet echt niet wat hierna komt. Kun je je een leven zonder schrijven voorstellen? SK: Nee, nooit. Sinds ik De donkere toren af heb, heb ik korte verhalen geschreven, en daar heb ik er een aantal van verkocht. Er liggen er ook een paar in mijn bureaula, maar dat is prima zo. Weet je, als ik ze niet verkoop sta ik nog steeds op in de ochtend, na 35, 36 jaar dezelfde routine, en ga ik achter mijn computer zitten. Niet schrijven zou net zoiets zijn als de rest van je leven niet meer dromen. Vertel eens wat over Randall Flag. Is hij je favoriete schurk? SK: Hij is degene die steeds terug komt. Natuurlijk zit hij in de Donkere Torenboeken. Hij verschijnt altijd onder een andere naam, maar je weet altijd wie hij is omdat zijn initialen altijd hetzelfde zijn: R.F. Hij is voor mij een manier om alles samen te vatten wat ik over het kwaad denk: iemand die heel charismatisch is, die veel lacht, die zowel op mannen als op vrouwen grote aantrekkingskracht uitoefent, en die het slechtste in ieder van ons naar boven brengt. Zijn gezicht verandert, uiteraard. Voor mij lijkt hij op misschien op Tony Curtiss, voor die kleine teeny-bopper lijkt hij misschien op Justin Timberlake en voor jou lijkt hij weer op iemand anders, maar wie het ook is, het gaat steeds om hetzelfde: Ik weet alles wat jij wilt en ik kan het je geven, en het enige dat jij hoeft te doen is me jouw ziel geven, die sowieso niet zoveel waard is. Hij verscheen dus voor het eerst toen je De scherpschutter schreef? SK: Nou, hij verscheen eigenlijk toen ik een gedicht schreef, getiteld De donker man, toen ik nog studeerde. Hij verscheen zomaar uit het niets, deze vent in cowboylaarzen die langs de wegen doolde, meestal ’s nachts liftend, altijd gekleed in een spijkerbroek en spijkerjasje. Ik schreef dit gedicht en het was in principe maar één pagina lang. ik zat in het restaurant, hoewel, restaurant is een te groot woord (het was eigenlijk niet meer dan een vettig zaakje). Ik schreef het gedicht op de achterkant van een placemat. Het is ook gepubliceerd, maar het idee van die vent raakte ik niet kwijt. Wat me eigenlijk in hem aantrok was het idee van een schurk die altijd van de buitenkant naar binnen kijkt en mensen haatte die goede vrienden hadden. Dus, ja, daar was hij, echt, vanaf het begin van mijn carrière. Hij is er altijd al geweest. Je hebt dus al een levenslange relatie met hem? SK: Ik heb al een levenslange relatie met Randall Flag, dat klopt. Hij is waarschijnlijk het slechtste dat in mij zit. Het mooie van schrijven is dat je dat kunt doen. Je kunt al deze ascociale dingen doen, je wordt er nog voor betaald ook en je wordt niet gearresteerd omdat het allemaal nep is. Mocht je dan ooit de neiging krijgen om dat soort dingen in het echt te doen, dan is de druk van de ketel omdat je het allemaal al een keer opgeschreven hebt. Het is net therapie. Heb je recentelijk nog boeken gelezen die je kunt aanbevelen? SK: Ik las een boek van Peter Blauner, The last good day. Een prachtig boek, gesitueerd in het Amerika van de forensenstadjes; het gaat over een vent die in een moordzaak betrokken raakt. De laatste goede dag is eigenlijk 10 september 2001, daarna verandert alles.Drop city van T.C. Boyle is een schitterend boek, zijn beste sinds jaren, maar ik ben dan ook helemaal weg van hem. Een mooi boek nog van Dennis lehane, Shutter Island. Dat vond ik prachtig. En dan is er nog Krakatoa, een non-fiction boek van Simon Winchester. Dat vond ik heel mooi. |